Lorem ipsum a généré 45 paragraphes pour vous.
Vous pouvez utiliser ce texte lorem ipsum dans vos maquettes, sites web, design, ebook... Le texte généré aléatoirement est libre de droit.
Le faux texte a bien été copié
Jannen, Pieten, Willems en Heinen, waarmee ik in de Jacobijnenstraat te H.op de banken zat, tot getuigen, of er ooit iemand is geweest, die zijn lei volgeschreven heeft met een optelling der genoegelijkheden of een uitweiding over t ongestoord geluk des kinderleeftijds.
oogenblik kwam Boerhave weer binnen.Over de gelijkenis met den schoenenjood, op den hoek van de Vijzelstraat en de Heerengracht, kon ik niet oordeelen, omdat de respectieve aangezichten der respectieve schoenenjoden van Amsterdam mij niet duidelijk en onderscheiden voor den geest stonden maar op mijn vriends gelaat iets te lezen, dat denken deed dat het ooit in eenige on vermakelijke aanraking geweest was met het viervoetig dier door den vleienden Nurks genoemd, was mij t eenenmale onmogelijk.
logement op den hoek zit een Zaandamsche familie, gisteren aangekomen, al de mannen zeer lang, en in een volmaakt pak blauwe kleederen uitgedost, met zwarte dassen en witte onderdassen de vrouwen met de nationale kap, en zwarte tanden.Zij drinken reeds koffie, en laten zich van den kastelein, die de vrijheid neemt van in de deur te blijven staan, omtrent vele wetenswaardige dingen onderrichten.
zesde, knort UEd.als zijn handen vuil zijn en zijn knie door de pijpen van zijn pantalon komt kijken maar hoe zal hij dan ooit vorderingen kunnen maken in t ootje-knikkeren of de betrekkelijke kracht van een schoffel en een klap leeren berekenen ik verzeker u dat hij nagelt, mevrouw een nagelaar is hij, en een nagelaar zal hij blijven wat kan de maatschappij goeds of edels verwachten van een nagelaar Ook draagt hij witte kousen met lage schoentjes dat is ongehoord.
Hollandsche jongen draagt zijn das liefst als een touwtje, en nog liever in t geheel niet een blauw of schotschbont kieltje over zijn buis, en een verstelde broek dit laatste kenteeken gaat vast.In dees broek voert hij met zich al wat de tijd opgeeft dat wisselt af knikkers, stuiters, ballen, een spijker, een aangebeten appel, een stukkend knipmes, een touwtje, 3 drie centen, een kluit vischdeeg, een dolle kastanje, een stuk elastiek uit de bretel van zijn oudsten broer, een leeren zuiger om steenen mee uit den grond te trekken, een voetzoeker, een zakje met kokinjes, een grifje, een koperen knoop om heet te maken, een hazesprong, een stukje spiegelglas, enz.
aankondigden de komst der notarissen, der fabrikanten, der boekverkoopers, der doctoren, der apothekers, der bloemisten, der zusters en broers enz., die nog achter ons waren. Wat zien uw stadgenooten er over t algemeen peu fashionable uit zei Nurks, met dien bijzonderen lach, die de Engelschen a sneer noemen, een zeer druk en aangenaam gesprek afbrekende en oogenblikkelijk weer opvattende, om mij het antwoorden te beletten.
sedert halftien op de school, waar gij den voet hebt ingezet, met benijding terugziende op de armelui s kinderen, die geen opvoeding krijgen en duitjen òp speelden op straat.Eerst hoeft men u gedwongen met al uwe speelsche lotgenooten het lied aan te heffen Wat vreugd, het schooluur heeft geslagen, Waarnaar elk kind om t zeerst verlangt.
jaren geleden zijn ik moet zuinig omgaan met jaren, want ik ben nog zoo jong dat mijn neef Nurks mij op zaterdag den 14den Juli gij kunt den almanak nazien of het uitkomt weder een steen zond, die mij dan ook als zoodanig op het hart viel.
rekenen vele moeders er naar t schijnt niet op, dat niet alleen de beenen, maar het geheele lichaam groeit, en dat het diensvolgens op goede natuur- en wiskundige gronden te bewijzen is, dat, al kunnen de broekspijpen worden uitgelegd, het overige gedeelte van dat kleedingstuk hetzelfde blijvende, men eene niet zeer aangename bekrompenheid in de circumferentie van het lichaam gewaar wordt, die ook al weer de oorzaak is van menig nieuw kruis, in een dubbelen zin, en van ontelbare scheuren.
aanvliegen hij zal zijn nagelen klemmen in zijne lenden hij zal aan hem hangen blijven hij zal hem de blanke slagtanden in den korten rimpeligen nek slaan één oogenblik en hij zal hem afmaken, hem in stukken scheuren en zijnen honger bevredigen.
zijne natuurlijke grootte ziet.Dit hok maakt hem kleiner hij is wel een voet gekrompen.Zijn gelaat is verouderd.Zijn oogen zijn dof geworden hij is suf het is een verloopen leeuw.Zou hij nog klauwen hebben Bedroevend schouwpel.
vindt.Ten derde, heeft UEd., geloof ik, te veel boeken over de opvoeding gelezen, om een enkel kind goed op te voeden.Ten vierde, laat gij hem doosjes leeren plakken en nuffige knipsels maken.Ten vijfde zijn er zeven dingen te veel, die hij niet eten mag.
namaaksel.Het is een woede van klokke halfacht.Het rammelen der boeien, als de gevangene opstaat om zijn brood en water aan te nemen.Ook in het gebrul des leeuws, het gehuil der wolven en het lachen der hyena s is een pectus quod diserfum facit.
beter van zijn moeder kan overnemen, dan uit de classieke literatuur halen.Trouwens hij verstond maar zeer weinig Latijn.Indien Robertus Nurks zeker wist dat gij half verliefd waart, hij zou de gelegenheid vinden om het voorwerp uwer stille genegenheid in het gesprek te pas te brengen, onder de voor u hartdoorsnijdende 21 bijvoeglijke naamwoorden van leelijk, dom, onbeduidend, mal, of dergelijke.
leelijkert had duidelijk bemerkt, dat ik het voor t eerst aanhad en er van tijd tot tijd met innig welgevallen naar keek.Ik stak onmiddellijk mijn beenen onder de tafel want het was mij op zijn minst vijfenzeventig maal gebeurd, dat hij, met een opgetrokken neus naar de punten van mijn schoenen loerende, mij had afgevraagd Waar laat je die turftrappers maken Van een goedigen krulhond, die met veel liefde door een oud man gestreeld werd, heette het Wat een mormel Van een paar schimmeltjes, die voor de deur stilhielden en waarmee de eigenaar met groot zelfbehagen pronkte Leelijke koppen Van het kindje in beugels, dat al van half elf gewandeld had en er schrikkelijk verhit uitzag Als ik er zóó eentje had, deed ik het een steen om den hals.
verder pleegde hij mij hetzelfde boevestuk met den uitroep Ik dacht dat er zooveel beau-monde in je menniste Haarlem was en weder vergunde hij mij niet in het midden te brengen, dat de geheele deftige middelstand nog achter onzen rug was, die niet voor een uur later, eerst door de hoogere ambtenaars, en daarna door de haute volée zou worden opgevolgd.
ongelukkig met het verhalen eener splinternieuwe anecdote van drie Leidenaars, waar ik met mijn heele familie den vorigen avond tot schreiens toe om gelachen had, met groot gevaar van in ons warm brood te stikken, maar die totaal schipbreuk leed op de stalen onbuigzaamheid van mijn heer en neef, die ditmaal in een ander uiterste viel, en zeer geduldig en ingespannen zat te luisteren, ja zelfs zoo geduldig en ingespannen, dat het hem scheen te treffen dat het verhaal waarlijk uit was, en hij nog altijd op het slot en de aardigheid zat te wachten, die, indien men zijn gezicht had willen gelooven, nog immer komen moesten.
dichtertjes geweest zijn van zeven, acht, of negen jaar, die hun actueel geluk zoo onvoorwaardelijk hebben geprezen.En toch dezulken waren er de naaste toe.Toen ik op de Hollandsche school ging, maakten wij in de hoogste klasse, bestaande uit heeren van negen tot tien jaar, allen des woensdag-voormiddags een opstel, soms over een gegeven, soms over een door onszelven gekozen en uitgedacht onderwerp.
verbeeld mij nog al onder de vlijtigste behoord te hebben maar toch, wanneer mijn vader of moeder mij de eer aandeed van aan mijn ooms en tantes te vertellen dat ik altijd blij was als de vacantie uit was, kwam mijn gansche gemoed tegen dat edel denkbeeld dat mij ondertusschen vrij dweepachtig voorkwam op, en ik heb jaren noodig gehad om zekere angstige schuwheid voor mijn respectieve meesters te leeren overwinnen.
herinner mij nog slechts twee onaangenaamheden, die Nurks mijn goeden medicus deed doorstaan, doch die even als de aangehaalde zich ook alleen bij het physionomisch hatelijke bepaalden.De eene was deze.Wij spraken over de ongelukken, die men met zwemmen kan krijgen.
Spreek mij niet van groote-menschen-jammeren Zij halen niet bij deze.Geen koopman die op springen staat ziet met meer angst den dag tegemoet waarop hij zal worden omvergegooid, 11 dan een blijde jongen of vroolijk meisje den dag, waarop men scheiden zal van den dubbelen tand Wij zijn aan de physieke rampen.
uzelven zijn de zaden aanwezig van veel onheils en veel verdriets.Uwe voortvarende drift, uwe onschuldige teederheid, tot opvliegendheid, eerzucht en wellustigheid gerijpt uwe levendigheid en onafhankelijk gevoelen, tot wereldzin en ongeloof verhard O, als gij in later jaren op uwe kindsheid terugziet, dat, dat zal de vreugde wezen, die gij het meest benijdt en nu toch het minst geniet, dat gij zooveel minder boos waart, dat gij zooveel onschuldiger waart tot zelfs in het kwaaddoen toe.
mannetjes zijn blauw of zwart geteekend en hebben sliknatte, fijngekrulde bakkebaarden.Ze zijn voorzien van lange Goudsche pijpen, waaruit ze òf rooken, òf die ze losjes bij den kop tusschen de vingers houden en zoo, met den steel naar beneden, onverschillig laten slingeren.
gegeven, maar nu rustig in Den Hout een sigaar zittende te rooken ontdekt hij te midden zijner overpeinzingen een kleinen winkelhaak in zijn pantalon, vlak bij de knie.Hij had het zoo haast niet gezien of hij wierp er met veel handigheid zijn zijden zakdoek over, maar te laat om de aanmerking van Nurks te ontgaan, die juist op dit zelfde oogenblik tot ons zei Ik mag wel zoo n maneschijntje.
Edoch het was bestemd, dat hij den zondag van den 15den Juli in den Haarlemmerhout zou doorbrengen. Ha, hoe maakje t, Rob riep ik uit toen hij binnenstapte. Mijn vriend, de student Boerhave, neef. Was het valschheid dat ik hem hartelijk ontving Ik geloof neen.
Leidschen makker bij mij gelogeerd, met wien ik te Zomerzorg eten zou, om vervolgens over Velzerend naar Velzen te wandelen, waar wij den nacht zouden doorbrengen om s morgens naar de Breezaap te gaan en aldaar wat te botaniseeren, waarvan wij beide groote liefhebbers zijn.
spreken dat gij gekweld zijt geweest met een linksche pen, ontelbare haren in den inkt, een klad of drie, met kunstenaars achteloosheid over uw schrijfboek verspreid, en de onverbiddelijke wet dat gij maar tweemaal uw pen op mocht steken om ze te laten vermaken, door een ondermeester, die even zoo ver is in die kunst als gij in t schrijven.
drukt zich niet meer uit.De leeuw stierf in den leeuw de tijger is dood in den tijger.Uwe teekening zou zijn als een portret naar een lijk ontworpen.Gij kunt even zoo goed een petit-maître onzer eeuw tot model voor een zijner Germaansche vaderen stellen, of een mummie afbeelden, en zeggen zoo is een Egyptenaar Nauwelijks kunt gij hunne vormen, hunne omtrekken, hunne evenredigheden zien of berekenen onder de slagschaduwen dezer vierkante kooien.
nergens aan mogen komen, alsof men geheel handeloos en met een instinct om alles nu ook 12 maar stuk te gooien en te breken in de wereld was gekomen En dan het paaien met zoetigheid, als men zich juist gisteren te groot is begonnen te voelen voor koekjes tot den prijs van iets anders En dan de velerlei beschaamdzettingen, die men ondergaat, omdat iedereen gelooft dat een kind menig ding niet gevoelt dat hem toch diep gaat Waarlijk, waarlijk, men heeft in de maatschappij menig menschenschuw, bloohartig, en zenuwachtig wezen doen opgroeien, alleen doordat men het als kind te jong en te klein voor gevoel van waarde achtte.
voorste zat zoo vast als een muur.Zes dagen lang verborgt gij uw leed somtijds vergat gij het maar zesmaal daags, midden onder uw spel, bij het genot van de lekkerste krakeling, onder t bewerken van de zoetste ulevel daar stond weer eensklaps voor uw oog, die akelige, allerakeligste dubbelheid Uw eenige troost was, dat de voorman vanzelf wel wat losser zou worden.
tegen die rekenboeken Maar het kwaadwilligst en het onbillijkst van diezelfde uitvinding is, dat zij u op alle mogelijke manieren sarren en in uw zwak tasten.Daar zit gij sedert klokke halftien op school, bij mooi weer, in de maand Mei, als het groen jong is gelijk gijzelf en, wat meer is, als de plassen opgedroogd zijn, zoodat het heerlijk weer is om te knikkeren.
nature ils sont beaucoup moins bêtes. Stil, zegt gij, zie daar den eigenaar.Hoor hoe zij brullen.Zij zullen gevoed worden.Het souper der wilde dieren. Smartende bespotting Hun souper De cipier zal elk dezer staatsgevangenen zijne afgepaste portie komen toedeelen.
rooden muil en bespatte manen rustig zien nederliggen, zijn zege genietende, trotsch op zijn koningschap.Welnu die Koning der dieren, die schrik der woestijn, die gedachte, die woedende, is hier.Ziedaar de antichambre van zijn paleis it van voren open vertrek, middending tusschen een salon, een kantoor, en een tentoonstelling van schilderijen.
alles duisternis.Let op Wat is dat t Is het glinsteren van twee oogen gloeiende kolen.Hoor toe Dat was de donder niet het was een schor gehuil het diepe geluid van een leeuw die ontwaakt.Hij tilt zich uit zijn hol naar boven.Hij rekt zich uit.
Wandelt de natuuronderzoeker voort, dan ziet hij in t voorbijgaan eerst nog een dergelijken troep, die zich in den aanblik van het Paviljoen verlustigt, en waarvan al de individu s, om zich te overtuigen dat het geen droom is, zich met beide handen aan de spijlen van het hek vastklemmen, zich bij geen mogelijkheid kunnende verklaren wat voor aardigheid of vroolijkheid er wezen mag in de groep van Laokoön, maar op dit punt overeenkomende, dat de W in het frontispice Wullem beduidt.
weerwil van de verbeterde leerwijze, nog altijd onder, die een kind, al is het niet van de bloohartigste, als electriseeren.Ja, lieve vrienden laten wij deze bladzijde voor alle vliegeroplaters en soldaatjespelers verbergen en verstoppen maar laten wij het bekennen daar zijn Kinderrampen Klein en nietig, van onze verwaande hoogte beschouwd, maar gewichtig en groot, in de kleine evenredigheden van de kinderwereld.
geloof niet dat het denkbeeld daarvan ooit onder eenig blond of bruin kinderhaar is opgekomen.Neen, neen de school is zoo goed als zij zijn kan.De school wordt, naar de nieuwste verordeningen, zoo aangenaam en dragelijk mogelijk gemaakt.Maar hare genoegens zijn ten hoogste negatief.
poetjes van gratietjes, zei Nurks lachende, en luid genoeg om een langen procureursklerk mee te doen lachen, die veel verder van hem af was dan de gratietjes in quaestie.Het snarenspel begon, Nurks stopte van tijd tot tijd den vinger in de ooren, dat toch niet opwekkelijk wezen kon voor drie kunstenaressen, die ook wel wisten dat het zoo heel mooi niet was, en ook niets verder bejaagden dan een dubbeltje of een stuiver van elk der toehoorders, en een weinigje geduld.
noemt men in het maatschappelijk leven, als men t op het moreele toepast, taxeeren en die taxatie van t physieke is de eenige, waarvoor de kinderleeftijd gevoelig, en ook zeer gevoelig is.Neen, t is niet aardig van de groote menschen, dat ze t den kleinen aandoen, evenmin, als dat altoosdurende uitgillen van wat ben je groot geworden op den duur bevallen kan.
kort, hij kende al de zwakke plaatsen van uw familie, van uw verstand, van uw hart, van uw liefhebberij van uw studie, van uw beroep, van uw lichaam, en van uw kleerkast, en had er vermaak in, ze beurtelings pijnlijk aan te raken.En ik weet niet welke bezwerende of magnetische kracht hij op u uitoefende, om u geheel weerloos te doen zijn.
krimpt toe, als het bedenkt wat er, ook van u, worden moet.Of zult gij, die daar beurtelings een frisschen beet uit een zelfden appel doet, in later jaren nooit gewaar worden dat het noodig is den appel in een hoek te nemen en alleen op te eten ja, de schillen weg te stoppen, en de pitten te zaaien voor uwe nakomelingschap En gij die daar geduldig 4uw sterker rug leent aan uw vlugger vriend, die zich op uwe schouders verheft om in den boom het spreeuwenest te zoeken, dat heel hoog ligt zal de ondervinding u de verdrietige wijsheid onthouden, dat het beter is zelf een ladder te krijgen, en zelf het nest uit te halen, dan een goeden dienst te doen en af te wachten óf en hoe men u zal beloonen Dat is de wereld.
volgde een gesprek, voornamelijk bestaande uit eenige informatiën naar wederzijdsche kennissen, waarin geen enkele onaangenaamheid voorkwam, dan dat hij, toen ik naar een zeer intiemen vriend vroeg, dien hij zeer wel kende, noodig had zijn geheugen op te scherpen met de herinnering, of het die was, wiens broer die smerige affaire met de politie gehad had, opdat Boerhave, die daartoe al den tijd had, zoo mogelijk allerlei vermoedens tegen de familie zou kunnen opvatten.
bijna overtuigd zijn, dat mijn beminnelijke neef Nurks, de eerste maal dat hij er mij mee zag, met den hatelijksten glimlach van de wereld en met een soort van ontevredene verbaasdheid zeggen zou Wat een weergaschen gekken hoed heb jij op.
oogenblik staat hij met opgeheven hoofd brullende stil.Hij schudt de zwarte manen.Eén sprong Achter uw wachtvuur, onvoorzichtige Hongerig gaat hij om met woeste bewegingen, met ongeregelde sprongen, met schrikkelijke geluiden.Wien zal het gelden Een breedgeschoften buffel misschien, die hem met gebukten hoofde en sterke hoornen zal opwachten.
moeite niet bleek te worden de koning zal u wèl ontvangen.Maar voorzichtig stoot u niet aan dezen wat is het een reiskoffer Vergeef mij, het is een ecrin vol slangen arme reuzeslangen Hierheen Pas op die lamp druipt Stap over dien emmer, vischvijver van den pelikaan, badkuip des ijsbeers Wij zijn er.